De laatste speech

Vandaag is Esmée 21 jaar geworden. En bij 21 jaar worden hoort een speech van mij.

In de speech wordt Kester uiteraard ook genoemd:

Wat was jij blij toen Kester werd geboren, en je eindelijk dat gedroomde broertje had. Dat je niet meer de jongste was. Een broertje om voor te zorgen. Als baby, maar ook toen hij wat ouder was, en zeker ook toen hij ziek werd. Een broertje dat zich tot jouw spijt wel steeds minder makkelijk liet knuffelen.

Kester had, als grote kleine broer van 15, er vandaag natuurlijk bij moeten zijn. Om grapjes over, en vooral met, jou te maken. Om trots te zijn op zijn grote zus van 21. Om samen een hamburger of McFlurry te gaan scoren in de McDrive of zo.

Met het gemis zul je moeten leren leven. En dat is heel erg lastig, blijkt steeds maar weer. Maar ook al voelt dat nu mogelijk niet zo, ik weet zeker dat het je gaat lukken om weer een manier te vinden om meer licht in je leven te krijgen. Niet om te vergeten, dat is onmogelijk, maar omdat ik echt geloof dat er nog zo veel mooie dingen voor je in het verschiet liggen.

Twee jaar geleden schreef ik een 21 jaar speech voor Vivienne. Daarin refereerde ik natuurlijk ook naar Kester:

We beseffen met z’n allen dat zo oud worden ook een ‘gift’ is. Een gift die niet iedereen is gegeven. We denken natuurlijk in eerste instantie aan je broertje Kester die hierbij had moeten zijn als 14-jarige jongen, maar die dit nooit zal halen. Neem hem mee en verweef hem in je verdere leven.

Op het moment dat ik met het schrijven van Esmée’s speech begon, realiseerde ik me dat die speech  – onbedoeld – de laatste zou zijn die ik ging schrijven.

De foto is van Esmée’s 18e verjaardag. De laatste waar Kester bij zou zijn.