Dimensies van verdriet

Op 14 februari jongstleden overleed Joop, de vader van Frans en dus de opa van Kester, op 91-jarige leeftijd. Hoewel verdrietig, is het een overlijden “in de juiste volgorde”.  Is het alleen daarom dat het veel minder heftig en zwaar voelt dan het overlijden van Kester? Of is verdriet om een overleden ouder gewoon niet vergelijkbaar met het verdriet om een overleden kind? *

Ook toen Rosa, de moeder van Frans, in 2018 op 89-jarige leeftijd overleed, voelde het anders. In die periode waren we volledig ondergedompeld in de spanning en onzekerheid over het verloop van de verslechtering van Kester zijn toestand. We wisten inmiddels dat hij niet meer beter zou worden. Maar het was onduidelijk hoe lang hij nog zou leven, en in welke conditie. Er waren meerdere redenen waarom het veel minder groot maar ook anders voelde dan het verlies van Kester. We konden ook niet op bezoek in Zeeland en het speelde daardoor ook letterlijk op afstand. Bij het overlijden van Joop speelden die niet meer. Maar het besef dat het verlies van een ouder totaal anders voelt dan het verlies van een kind is des te duidelijker aanwezig. 

Kester met oma Rosa en opa Joop

In de NRC van 22 maart  stond een interview met musicus Peter Wispelwey. Hij omschrijft het verlies van zijn 16-jarige zoon als “duizendvoudig liefdesverdriet”. De uitspraak viel me op, omdat ikzelf nooit de vergelijking met liefdesverdriet zou maken. En ik 1000-voudig in zekere zin als een onderschatting beschouw. Is het dan een miljoen keer erger? Veel maakt het waarschijnlijk niet uit. Op een gegeven moment hebben dit soort vergelijkingen en getallen naar mijn idee vooral de functie om aan anderen duidelijk te maken dat het “gewoon onvergelijkbaar” is met ander, meer algemeen bekend, verdriet. 

Al lang geleden, in mijn proefschrift, citeerde ik uit het boekje “Flatland” van Edwin Abbott uit 1884. Daarin wordt een wereld (Flatland) beschreven die is gevuld met tweedimensionale wezens, zoals vierkanten, vijfhoeken en cirkels.  Het bestaan van een geometrische derde dimensie wordt duidelijk wanneer Vierkant door Cirkel (die eigenlijk Bol is) wordt bezocht, en op in eerste instantie onverklaarbare wijze van grootte blijkt te kunnen veranderen. Wanneer Vierkant daarna aan anderen probeert uit te leggen hoe zich die derde dimensie voor te stellen, lukt dat eenvoudigweg niet.

Hebben we hier te maken met een vergelijkbare situatie? Onze verlieservaring is alsof we te maken hebben met een extra dimensie?  Dat het verdriet om een overleden kind je als ouder in feite een andere dimensie intrekt? Een dimensie die je niet kende, nooit had willen kennen, en die anderen veelal ook niet kennen. Waardoor het ook zo lastig te omschrijven is hoe het voelt. En waarom je vaak bij ouders die het ook meegemaakt hebben zo’n gevoel van herkenning ervaart. Ook zij kennen (helaas) die andere dimensie.

Met enige regelmaat proberen acteurs in een film of toneelstuk het verdriet over het verlies van een kind uit te beelden. Bijvoorbeeld in de film ‘Zee van Tijd’ of het toneelstuk ‘Gif’ met Carine Crutzen en Stefan de Walle. Ik moet toegeven dat ik ze niet heb gezien. Deels omdat ik al weet hoe het verdriet voelt, maar ook omdat ik een teleurstelling verwacht**. De meeste acteurs zullen alleen kunnen extrapoleren vanuit de hen bekende ervaringen (de hen bekende dimensies). En dan denken dat het 100, 1000 of nog meer keer erger is. Maar ze komen niet in de buurt, want het verdriet bevindt zich in werkelijkheid in een voor hen onbekende dimensie. In zekere zin is het mogelijk toch geloofwaardig voor mensen die het ook niet uit eigen ervaring kennen, want die kunnen immers ook alleen maar extrapoleren.


* er zal vermoedelijk een vergelijkbaar betoog op te stellen zijn t.a.v. het verliezen van een broer(tje) of zus(je), in vergelijking met een opa of oma.

** er zit in beide voorbeelden overigens ook nog een ander aspect, namelijk dat ouders die een kind verliezen, ook elkaar zouden verliezen doordat ze elkaar niet begrijpen. Op dat m.i. cliché kom ik mogelijk later een keer terug.