Kloof

Mooie witte rijp op de bomen en ijs op de sloten vanochtend. De haard moest dan ook een keer extra gestookt. Wanneer ik de mand vul met haardhout uit de opslag, realiseer ik me plots dat ik dit hout zaagde en kloofde toen Kester nog leefde. In het onzekere voorjaar van 2018. In die periode, meer dan ooit daarvoor, ervoer ik dat hout zagen en kloven zeer geschikt is om je af te leiden van je zorgen, al is het maar voor even. Elke slag met de bijl biedt een mogelijkheid om je boosheid en frustratie (letterlijk) van je af te slaan. In het boekje “De man en het hout” van Lars Mytting wordt daar ook naar verwezen:

“Het is een soort therapie. Het is ook geen ingewikkelde klus, eigenlijk gewoon routine, maar het is niet saai. Er gebeurt zoveel in ons dagelijks leven dat ons dwars zit en als een donkere wolk over de dag kan hangen. (…) Maar ik pieker niet over problemen als ik bij het hakblok sta.”

De zorg voor het hout dwingt je ook te plannen voor de toekomst en berusten in wat komen gaat, zelfs als dit dus totaal ongewis is, zoals toen, in het voorjaar van 2018. In het boekje wordt het verhaal beschreven van een man die, zelfs nadat hij gehoord heeft dat hij niet lang meer te leven heeft en dus waarschijnlijk de winter niet zal halen, toch aan de slag gaat om de houtvoorraad voor de komende winter aan te leggen. Want wat zeker is dat er altijd weer een winter komt, en dus ook dat er hout nodig zal zijn.

De voorraad voor de komende winter(s) wordt inmiddels weer gekloofd.

Enige tijd na het plaatsen van dit bericht realiseerde ik me dat het hout waarmee ik de mand vulde ook nog had gefungeerd als de achtergrond voor de handkar met de kist van Kester waarmee we hem naar het crematorium reden.